Deze bijdrage baseert zich op een artikel van de Belgische onderzoek Patrick Anselme, zie onderaan.

De belangrijkste neurobiologische theorieën over verslaving leggen een verband tussen een toename van een specifieke neurotransmitter in het ‘mesolimbische’ systeem in de hersenen. Dit systeem verbindt dieperliggende delen van de hersenen (impulsen) met hoger gelegen delen (gedragscontrole). Hier worden omgevingssignalen getaxeerd en omgezet in reactief gedrag. In deze neuronenbundels gebeurt de signaaloverdracht vooral door dopamine. Meer dopamine betekent meer verlangen en meer zoekgedrag.

Geen product

In de vorige stukken staat te lezen dat producten waaraan we verslaafd kunnen raken de bloedhersenbarrière passeren en via tussenliggende mechanismen die dopamine verhogen. Dat heeft twee gevolgen: je blijft naar alcohol verlangen als je eenmaal begonnen bent, omgevingsprikkels die met de beschikbaarheid van alcohol geassocieerd zijn verhogen het verlangen ernaartoe.

Maar hoe gaat dat bij gokken of gamen. Daar wordt geen product ingenomen en is er toch uitgesproken verslaving mogelijk?

Toch gedrag herhalen ondanks negatieve gevolgen.

Net als bij alcohol, sigaretten of drugs kan er hier sprake zijn van functioneel gedrag. Gokken en gamen, net als roken of drinken kan aangenaam zijn, belonend. Tijdverdrijf, sociale interactie, verdoving of aandacht afleiden van moeilijke zaken, enz. Het zijn bekrachtigers waardoor dat gedrag zich volgens een operant leermodel zal herhalen.  Bij gokken zien we echter dat wie veel gokt ook veel geld verliest, wat het gokgedrag zou moeten laten uitdoven. Echter, het verliezen wordt zo niet ervaren maar wel als een ‘bijna winnen’ alsof de kans om te winnen daardoor toeneemt waardoor het verlies zal worden gecompenseerd. Ook hier zie je een grote mate van obsessief bezig zijn met het spel, eraan denken, erover fantaseren, uitzoeken en uitkijken naar gokmogelijkheden en dat ten koste van andere interesses.

Patrick Anselme, psycholoog uit Luik en prof bio-psychologie aan de universiteit van Bochum (DE), ziet hier echter een rol weggelegd voor hoe wij omgaan met onzekerheid (uncertainty). Vele onderzoekers signaleren dat proefdieren een onzekere beloning kiezen boven een zekere. Dat dopamine in de Nucleus Accumbens het hoogst is in een situatie waarbij er 50% kans is om een beloning te krijgen en 50% niet. Dat is ook de bevinding van Wolfram Schultz (zie hallmark artikel 2) dat dopamine meer activiteit uitlokt bij een geconditioneerde stimulus waarbij er meer beloning is dan verwacht. Een onzekere beloning is ofwel niks ofwel meer dan verwacht. De kans op winst, wat het ook mag wezen, heeft eenzelfde motiverende kracht als aangeboren behoeften zoals voedsel en seks. Hier is de dopamine verhoging niet het gevolg van de inname van een product maar wel van de spelmechanismen van gokken en van gamen. De beloningsonzekerheid verhoogt de dopamine en leidt tot herhalen van het gedrag.

Evolutionaire verklaring

Anselme verwijst hierbij naar evolutionair onderzoek. De evolutie heeft ervoor gezorgd dat wij goed toegerust zijn om met onzekerheid om te gaan. De wereld waarin we leven bevat voor onvoorspelbaarheden, is er gevaar, zal er eten zijn, is deze seksuele partner de ware, enz. Onze mogelijkheden om kennis te verzamelen en dus onze leefomgeving beter en beter te kunnen voorspellen en beheersen biedt ook niet altijd die zekerheid. De onderzoeker verklaart het zo dat we die onzekerheid compenseren met twee vervlochten systemen: het cognitieve systeem dat leert uit ervaring (geheugen, abstractievermogen) en voorspelt hoe er moet gereageerd worden en een motivationeel systeem dat ervoor zorgt dat we blijven zoeken of zoekgedrag herhalen. Daardoor kunnen we omgaan met onzekerheid en vormt dat zelfs een uitdaging om die onzekerheid te reduceren.

Omgaan met onzekerheden.

Gokspelen en computergames halen hun kracht uit de onzekerheid en de beperkte voorspelbaarheid. Wonnen we altijd of lag de oplossing van een game voor de hand dan zou het spel saai vinden en zouden we het minder spelen. We spelen dus niet voor de uiteindelijke winst maar voor de spanning van het net niet maar toch verwachtte winnen.

Mensen die in een omgeving leven die rijk is aan verscheiden uitdagingen zoeken die artificiële uitdagingen niet of maar erg beperkt. Een gedepriveerde opvoedingssituatie met weinig uitdaging of zeer onvoorspelbare gebeurtenissen maken kinderen gevoeliger voor gokken en gamen.

Net als bij alcohol, sigaretten en drugs verhoogt de gokopstelling de dopamine die ervoor zorgt dat het gedrag herhaald wordt ook al is het resultaat overwegend negatief.

 

Anselme, P., & Robinson, M. J. F. (2013). What motivates gambling behavior? Insight into dopamine’s role. Frontiers in Behavioral Neuroscience, 7(DEC).

https://doi.org/10.3389/fnbeh.2013.00182 (artikel online)